Als ik deze dagen door Rotterdam loop en zie hoeveel prullenbakken er elke dag weer zijn opengebroken, dan kan ik maar één ding concluderen.
Dat nieuwe statiegeldsysteem? Dat is een groot drama. Sinds de invoering is het een totale chaos en is er in plaats van minder juist veel meer afval te vinden op straat.
Het is alleen het zoveelste voorbeeld dat ik mijn eigen ogen nooit mag (of kan) geloven. Waarom? Nou, in werkelijk blijkt namelijk het tegendeel het geval te zijn.
Wat was de belangrijkste reden om het statiegeldsysteem in te voeren op kleine flesjes en blikjes? Dat was om het zwerfafval te reduceren. En op dat vlak, zo blijkt uit de nieuwste cijfers van Rijkswaterstaat, is het een groot succes.
Het aantal rondslingerende plastic flesjes is ten opzichte van 2020, toen er nog geen statiegeld op zat, met 72 procent afgenomen.
En ook het aantal blikjes daalde met 64 procent ten opzichte van 2022.
Dat deze dalingen ook echt te danken zijn aan het statiegeldsysteem, blijkt uit het feit dat het aantal drankenkartons in het zwerfafval niet is afgenomen: op drankenkartons zit namelijk geen statiegeld.
Ondanks alle bij-effecten is het nieuwe statiegeldsysteem op flesjes en blikjes dus een groot succes gebleken.
Dat bracht me op een gedachte: waarom voeren we eigenlijk geen statiegeld op kleding in?
De kledingindustrie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld.
Wereldwijd is de kleding- en schoenenindustrie verantwoordelijk voor 4 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Sommige bronnen schatten dit aandeel zelfs op 10 procent, wat meer is dan de uitstoot van alle internationale vluchten en maritieme transport bij elkaar. Naast de aanzienlijke uitstoot draagt de kledingindustrie bij aan andere milieuproblemen, zoals de vervuiling van oceanen. Bovendien leidt de productie van kleding tot een aanzienlijke hoeveelheid afval: jaarlijks wordt wereldwijd ongeveer 92 miljoen ton textielafval geproduceerd, waarvan een groot deel op stortplaatsen belandt.
Hoe dit kan? Nou, dat wordt pijnlijk duidelijk wanneer wij in de spiegel kijken.
Tussen 2000 en 2020 is de wereldwijde kledingproductie verdubbeld en is in Nederland de invoerwaarde van kleding van 6,4 miljard euro naar 12,4 miljard euro toegenomen. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders gemiddeld 46 nieuwe kledingstukken per jaar kopen. Alleen is het aantal keer dat we een kledingstuk daadwerkelijk dragen tussen 2000 en 2014 met bijna de helft gedaald.
We zijn kortom steeds meer kleding gaan kopen, terwijl we deze kleding steeds minder dragen. Met de dramatische gevolgen die dit heeft voor het milieu is het de hoogste tijd dit een halt toe te roepen. En de beste manier om dit te realiseren? Dat is wanneer er statiegeld op kleding wordt geïntroduceerd.
Waarom? Nou, als wij de afgelopen jaren iets geleerd hebben, dan is het wel wat er écht voor zorgt dat mensen zich anders gaan gedragen.
We gingen minder gas gebruiken, niet toen de overheid zei dat de knop om moest, maar toen de gasprijs enorm begon te stijgen. En we gingen minder flesjes en blikjes weggooien, niet toen we erop werden gewezen dat dit slecht was voor het milieu, maar pas nadat er statiegeld op zat.
Precies hetzelfde moet er dan ook bij kleding gebeuren.
Ja, we kunnen een beroep blijven doen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger om minder en duurzame kleding te kopen. Alleen laten we in plaats van met het moralistische vingertje te wijzen, onszelf gewoon in de portemonnee raken door statiegeld op kleding in te voeren.
Want als de geschiedenis iets heeft uitgewezen, dan is het wel dat wij Nederlanders ons gedrag pas echt veranderen, als hiervoor de prijs moet worden betaald.
Goed idee 🤙