Waarom maken we de overheid niet consultant-neutraal?
Bijna 10.000 mensen volgen Jona's wekelijkse post. Jij ook?
Afgelopen week zou ik, in een vlaag van verlangen naar verloren tijden, de meest recente verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen doornemen.
En waar ik in eerste instantie nietsvermoedend zat te lezen, viel me op een gegeven moment ineens iets op.
De stikstof crisis, woningnood, migratie, bestaanszekerheid, het klimaat. In vrijwel ieder programma stonden exact dezelfde problemen omschreven. Natuurlijk zijn er hier en daar wat verschillen, maar op hoofdlijnen is (of was) iedere partij het over de grote opgaves eens.
Dat iedereen van links tot rechts elkaar hierin vindt is op zichzelf al een uniek gegeven. Maar wat deze politieke tijd pas écht kenmerkt, is het totale onvermogen om iets aan deze problemen te kunnen doen.
De overheid geeft hiervoor talloze redenen.
Ze wijst op het tekort aan interne kennis, complexiteit van processen, gebrek aan capaciteit in de uitvoering, gebrekkige ict-systemen, een wildgroei van wet- en regelgeving, en complicaties binnen de ambtenarij en de Belastingdienst.
Ze wast hiermee haar handen in onschuld, en doet alsof dit haar allemaal is overkomen.
Alleen in werkelijkheid is dit probleem door de overheid zelf gecreëerd.
Dat zit zo.
Begin deze eeuw kreeg de politiek het idee dat het de boot kon sturen zonder zelf te hoeven roeien, en zo werden er talloze overheidstaken afgestoten en geprivatiseerd. Inhoudelijke expertise en specialisten vertrokken, en in ruil hiervoor werden er massaal consultants ingehuurd.
De cijfers spreken boekdelen.
Uit de kamerbrief ‘inhuur externe consultants’ uit 2022 blijkt dat de overheid gedurende 2017 – 2021 maar liefst 8,5 miljard euro uitgaf aan de inhuur van consultants
In 2021 was er een stijging van 17 procent in de afname van deze diensten
En in 2022 gaf de Rijksoverheid in één jaar het recordbedrag van 2,7 miljard euro uit aan de inhuur van externen, een stijging van 36 procent.
Nou is er op zich helemaal niets mis met het inhuren van consultants.
Het probleem is echter de vicieuze cirkel waar we in terecht zijn gekomen, die door consultants zelf doelbewust is gecreëerd.
Toen de overheid in 2008 wilde bezuinigen en privatiseren, huurde ze consultants in om dit te faciliteren. Deze adviseerden om zoveel mogelijk af te slanken, simpelweg omdat zij garen spinnen bij een uitgemergelde overheid die niet op eigen benen kan staan.
Als een junkie die zich keer op keer een shot toedient, heeft deze consultancy-verslaving de overheid steeds zwakker weten te maken, tot het punt waarop we nu zijn aangebroken, waarbij het ervan afhankelijk is geworden voor haar voortbestaan.
Om de grote opgaven écht aan te kunnen pakken, hebben we alleen een overheid nodig die zelfstandig en onafhankelijk kan opereren. Doet het dit niet? Dan zullen wij steeds dieper in de afhankelijke-ellende zakken, en raken de oplossingen voor deze problemen steeds verder uit beeld.
Willen we dat de overheid weer op eigen benen kan staan? En willen we dat we een overheid hebben die zelf kan functioneren?
Dan is het, precies zoals bij het oplossen van het stikstof en klimaat probleem, misschien eens tijd om ook hier keiharde doelen te stellen. Ik zal even een voorzetje doen:
Halveer per 2035 het aantal ingehuurde consultants.
En maak de overheid per 2050 consultant-neutraal.
O, het is dan wel van cruciaal belang dat de overheid voor deze transitie dan geen consultants zal inhuren.
Het is zoals Herman Tjeenk Willink ooit zo mooi zou zeggen:
‘Je kan een probleem niet oplossen, met het denken dat het probleem veroorzaakt heeft’.