Het is juist goed dat Europa geen tech-giganten heeft
Europa wil techgiganten, en dat is precies het probleem.
Als een kind wiens speelgoed wordt afgepakt, staan wij Europeanen met open mond toe te kijken hoe de internationale wereld orde voor onze ogen wordt afgebroken.
De NAVO wordt door Trump behandeld als een vervelende Whatsapp groep die je het liefst zo snel mogelijk wil verlaten.
De trans-Atlantische samenwerking is een passief agressieve burenruzie geworden. En waar Amerika voorheen nog de hoeder was van de wereldvrede, wordt Oekraïne nu onder de Russische bus gegooid. Amerika heeft ons de rug toegekeerd en is zijn eigen koers gaan varen.
‘Het is uit met Amerika. De verkering is over’, zoals Sandra Phlippen een paar weken geleden bij Buitenhof zo mooi zei.
De oproep vanuit Europa om onze eigen boontjes te doppen is dan ook overal te horen. Niet alleen in militair opzicht, wat je al langer hoorde, maar ook op het gebied van bedrijvigheid. Dit is ook wel te begrijpen.
Geen enkel Europees bedrijf dat de afgelopen vijftig jaar is opgericht heeft een waarde van meer dan 100 miljard, terwijl alle zes Amerikaanse bedrijven met een waarde van meer dan 1 biljoen zijn opgericht in deze periode.
De zeven grootste Amerikaanse techbedrijven zijn twintig keer zo groot als Europa’s grootste zeven techbedrijven.
En Apple, Nvidia en Microsoft zijn meer waard dan alle beursgenoteerde Europese bedrijven bij elkaar.
De oplossing? Dat is om onze eigen ‘Europese tech-kampioenen’ te creëren, is wat de Europese Commissie, Europese regeringsleiders en het rapport van Draghi schreeuwen.
Het is illustratief voor de kortzichtige perverse politieke realiteit waarin we leven.
Het laatste wat wij als Europa moeten willen zijn tech-giganten.
Sterker nog: het is juist goed dat Europa die niet heeft.
Wie het Amerikaanse techtoneel bestudeert, ziet namelijk geen succesvol vrijemarktparadijs maar een oligopolistische nachtmerrie. In de VS hebben de digitale datazuigers de politiek volledig in een wurggreep. Belastingwetten worden geschreven op maat van Silicon Valley, antitrustwetgeving verdwijnt in de digitale papierversnipperaar, en privacyregulering wordt tot een lachwekkend vinkje op een website gereduceerd.
De techmiljardair-klasse — de nieuwe digitale neofeodalen — is zo machtig geworden dat ze zonder gêne de presidentsverkiezingen beïnvloeden en overheidstaken overnemen. Jeff Bezos bepaalt wat er wel en niet op de opiniepagina van de Washington Post mag worden geschreven, Zuckerberg besluit om de factcheckers bij Facebook te elimineren, en Elon Musk die de Amerikaanse politiek van binnenuit sloopt. Dat is simpelweg wat je krijgt met techgiganten. Ze creëren een eigen economisch systeem waarin democratie en waarheidsvinding een vervelende bijzaak wordt.
De mensen die stellen dat wij Europese techgiganten mét een ‘sociaal gezicht’ kunnen creëren die wél netjes binnen de democratische lijntjes kleuren, zijn ontzettend naïef en doen aan wensdenken. De geschiedenis leert dat extreme macht niet getemd wordt door culturele nuances of continentale grenzen. Zodra het beursgewicht van een bedrijf de biljoenen overstijgt, volgt dezelfde wetmatigheid: het begint overheden te behandelen als hinderlijke regelneefjes, en democratische principes worden een voetnoot in het jaarverslag. Of je nu 'Made in USA' of 'Made in EU' op je algoritmes stempelt zal geen enkel verschil maken: techgiganten zijn geen product van Amerikaanse cultuur maar van ongebreidelde schaalvergroting – een virus dat overal dezelfde symptomen vertoont.
Laat één ding duidelijk zijn: Europa moet als een gek investeren in haar technologiesector. We hebben een chronisch tekort aan durfkapitaal, te veel regelgeving die startups in de weg zit en te weinig innovatie. In plaats van het creëren van tech-giganten, moeten we echter inzetten op een tech-landschap van duizend bloemen. Bedrijven groot genoeg om te innoveren en als echte banenmotor werkgelegenheid te creëren; maar niet zo groot dat ze de regels en wetten dicteren en de staat kapen omdat ze - zoals de banken in 2008 - zo groot zijn geworden dat ze niet meer failliet kunnen gaan.
Het is hoog tijd dat wij Europeanen dit gaan realiseren.
Wie denkt dat Europa techgiganten nodig heeft om relevant te blijven, snapt niet dat relevantie juist ontstaat door een alternatief voor de Amerikaanse digitale hegemonie te bieden. Europa's kracht ligt niet in het kopiëren van Amerika's techfouten, maar in het creëren van een humaner digitaal landschap waar technologie de mens dient — in plaats van andersom.